Splinter Photography – J.J. Schlingemann

Als jeugdstrafrechtadvocaat krijgt men in het kader van de voorlopige hechtenis van een minderjarige cliënt te maken met de raadkamer gevangenhouding. Bij het bepalen of de voorlopige hechtenis dient te worden bevolen (of verlengd), wordt in het jeugdstrafrecht niet alleen met de commune vereisten rekening gehouden. De raadkamer gevangenhouding dient tevens in ogenschouw te nemen dat een minderjarige verdachte niet alleen wordt beschermd door reguliere wet- en regelgeving op strafrechtelijk gebied, maar ook door het IVRK. In het kader van deze cursus zijn voornamelijk de volgende artikelen uit het verdrag van belang: art. 3 (het belang van het kind), art. 37, aanhef en onderdeel b (vrijheidsberoving als ultimum remedium) en art. 40 (kinderen in aanraking met politie en justitie).

Ten slotte biedt het Wetboek van Strafvordering (Sv) in Titel II Strafvordering in zaken betreffende jeugdige personen (art. 491-494 Sv) minderjarige verdachten extra bescherming. Art. 493, eerste lid, Sv bepaalt bijvoorbeeld dat de rechtbank die de voorlopige hechtenis van een jeugdige beveelt, in overweging dient te nemen of deze onmiddellijk, dan wel na een bepaalde periode geschorst kan worden. Hierbij wordt rekening gehouden met de belangen en persoonlijke omstandigheden van de minderjarige in kwestie.

Deze cursus is in de volgende blokken opgedeeld:

– Blok A Voorwaarden voorlopige hechtenis minderjarigen

– Blok B Voorlopige hechtenis en schorsing

De cursus behandelt de procedure vanuit zowel theoretisch als praktisch perspectief, maar de focus ligt op het proces in de praktijk.

Voor verdere informatie: JurisDidact

0 replies

Leave a Reply

Want to join the discussion?
Feel free to contribute!

Leave a Reply